De Macs classificatie beschrijft hoe kinderen van 4 - 18 jr met cerebrale parese voorwerpen in dagelijkse activiteiten hanteren.
Bij Macs 1 hanteert het kind voorwerpen en voert taken met voldoende snelheid en precisie uit.
Macs 2 wil zeggen dat het kind de meeste voorwerpen hanteert en de meeste taken uitvoert; sommige taken worden vermeden of op een alternatieve manier uitgevoerd.
Als het kind voorwerpen met moeite hanteert; hulp nodig heeft om taken voor te bereiden of om ze aan te passen, spreken we van Macs 3.
Bij Macs 4 heeft het kind voortdurend hulp nodig voor een beperkt aantal gemakkelijk te hanteren voorwerpen en taken.
Macs 5 houdt in dat het kind geen voorwerpen kan hanteren; het een beperkt vermogen heeft om zelfs gemakkelijke taken of bewegingen uit te voeren; acties vereisen totale assistentie.
terug